27
okt

Artsen worstelen met aanpak verslavingen

Geschreven door BONDGENOOT ZZ
Voor de meeste 'verslaafde' patiënten is de huisarts het eerste contact met de gezondheidszorg of de hulpverlening. Huisartsen willen die taak ter harte nemen, maar voelen zich onvoldoende gewapend. 73 procent van hen vraagt om meer ondersteuning en om vorming over de beschikbare therapieën.

Bij huisartsen komen twee profielen naar voren: sommigen beschouwen verslaving als een chronische ziekte die ze medisch benaderen, anderen koppelen een moreel oordeel aan misbruik van middelen. Dat verklaart waarom de houding tegenover maatschappelijk aanvaarde drugs als alcohol en slaap- en kalmeringsmiddelen beduidend positiever is dan die tegenover cannabis en illegale drugs. Slechts de helft van de huisartsen wil verslaafden aan illegale drugs behandelen.
De problemen van huisartsen in de verslavingsproblematiek manifesteren zich op allerlei niveaus: de opleidingen informeren onvoldoende, de diagnose en vooral opvolging zijn belastend, 65 procent van de artsen werkt alleen en hoedt zich voor een burn-out, er zijn te weinig mogelijkheden om patiënten door te verwijzen. De psychische druk in de samen­leving is toegenomen en artsen voelen zich de groep die alles moet oplossen.
De meeste artsen vragen vooral om meer samenwerking, en dan het liefst multidisciplinair. Bij verslaving spelen immers medische, sociale en psychologische aspecten een rol. 'Vele artsen werken nu al in een groepspraktijk,' aldus Go­vaerts, 'maar het is geen oplossing om meerdere huisartsen en eventueel een kinesist samen te brengen. Er zou het best ook een psycholoog bij komen, maar die moet dan erkend worden door de ziekteverzekering'.

Er is, kortom, een nieuw kader nodig om patiënten met middelenmisbruik beter op te vangen, iets wat 90 procent van de bevraagde artsen in principe graag wil doen.

Bron : De Standaard - 27 Okt. 2015