24
jun

Bacterie tegen obesitas

Geschreven door BONDGENOOT ZZ
Dat toonden Belgische wetenschappers aan in baanbrekend onderzoek. De bacterie waar de hoop van de wetenschappers op rust, heet voluit Akkermansia muciniphila. Gemiddeld heeft een mens een paar honderd soorten bacteriën in zijn darmen. De Akkermansia is een van de meest frequente. Vooral bij gezonde mensen is de soort vaak aanwezig.
Helemaal niet zeldzaam dus, maar toch heeft de bacterie uitzonderlijke eigenschappen. Dat blijkt uit onderzoek waar de Université catholique de Louvain (UCL) aan meewerkte. Tijdens het onderzoek volgden 49 zwaarlijvige mensen twaalf weken lang een dieet. De wetenschappers deelden hen op in twee groepen: testpersonen met veel Akkermansia-bacteriën en testpersonen die weinig van de bacteriën hebben.
Bij de eerste groep bleek het dieet een gunstiger effect te hebben op de gezondheid. De patiënten verloren meer centimeters buikomtrek en hun cholesterol daalde sterker. De resultaten tonen aan dat niet alleen voeding, maar ook de bacteriën in onze darmen een cruciale rol spelen bij obesitas.'
Welke bacteriën in onze darmen aanwezig zijn, blijkt van groot belang voor onze lichamelijke toestand. Nu al wordt voor sommige aandoeningen een stoelgangtransplantatie uitgevoerd. De volledige darmflora van een gezond persoon wordt daarbij overgebracht naar de zieke. Met betere resultaten dan bij klassieke geneesmiddelen. Alleen is het een ­grove manier van werken.
De uitdaging is om te weten te komen welke bacterie welke aandoening bestrijdt. Daarom start eind 2015 een volgend experiment aan de UCL. Dan wordt bij een kleine groep zwaarlijvige mensen kunstmatig de Akkermansia-bacterie ingebracht. De deelnemers volgen geen dieet, maar toch hopen de onderzoekers op even positieve resultaten.
Als louter en alleen de toe­diening van de bacterie tot minder complicaties of zelfs gewichtsverlies leidt, dan ­hebben we een nieuw middel tegen obesitas en kunnen we de bacteriën ­gebruiken als aanvulling op een gezond dieet of als strategie om iemands gewicht te ­beheersen.

Bron : Het Nieuwsblad  - 24-06-2015