Nochtans is de richtlijn voor de behandeling van depressies duidelijk : alleen voor patiënten met een ernstige depressie zijn antidepressiva nuttig.
Sophie Liekens (KU Leuven) ondervroeg voor haar doctoraat 136 patiënten die pas antidepressiva hadden gekregen. Nog geen één op de tien patiënten zat in de groep die (mogelijk) een ernstige depressie heeft en bij wie de antidepressiva dus zijn aangewezen. Bij een veel grotere groep - één op de vijf patiënten - stelde Liekens daarentegen vast dat hij of zij zeker géén depressie had.
Liekens interviewde de patiënten met een wetenschappelijke, gestandaardiseerde vragenlijst om vast te stellen hoe ernstig de depressie is. De vragen peilen naar hoe de patiënt zich voelt : kan hij nog genieten van dingen waar hij vroeger van genoot? Hecht hij minder belang aan het uiterlijk dan vroeger?
Slechts een kleine minderheid van de huisartsen gebruikt dergelijke vragenlijst om een depressie in te schatten. Huisartsen gaan eerder af op hun 'buikgevoel' om de ernst van de depressie te bepalen.
Sophie Liekens pleit er dan ook voor dat artsen bij hun diagnosestelling zo'n vragenlijst meer zouden gebruiken.
Bron : De Standaard – 24-10-14